De campagneweek in november onder het motto ‘Het nieuwe werken doe je zelf’ was een succes. Stichting Natuur & Milieu heeft hiertoe het initiatief genomen. We vragen Maarten van Biezen, teammanager mobiliteit en ruimte bij Stichting Natuur en Milieu naar de resultaten van de campagne en hoe nu verder?
Maarten van Biezen werkt vanaf 2004 met veel plezier voor de Stichting Natuur en Milieu en is daar nu verantwoordelijk voor een team van 8 mensen, die op het gebied van mobiliteit ruimte projecten uitvoeren voor de politiek, overheid en bedrijven. De Stichting ontvangt geen structurele subsidie meer van de overheid en genereert haar inkomsten nu voor een derde deel van de Postcodeloterij, donaties (als enige stichting gegroeid in aantal donateurs in 2010) en met name uit betaalde projecten.
Innovatie en samenwerking
“Mede door het wegvallen van de structurele overheidssubsidies veranderen wij van een lobbyorganisatie naar een projectorganisatie: wat minder aan overlegtafels van overheden zitten en meer gericht zijn op creëren van draagvlak in de samenleving… en dat is misschien ook wel goed. We zoeken continu naar samenwerkingsverbanden voor gezamenlijke innovatieve projecten die het verschil kunnen maken. Dit is ook waar onze organisatie goed in is: het bundelen van krachten. Zo zit ik namens onze Stichting in de Taskforce Mobiliteitsmanagement (TFMM) van Lodewijk de Waal. In deze Taskforce kijken we onder andere naar oplossingen voor andere manieren van werken en reizen. Het Nieuwe Werken is een van onze vehikels en dat levert voor iedereen iets op: werkgevers, werknemers, milieu en bereikbaarheid.”
Doelstelling van campagne: Het Nieuwe Werken doe je zelf
Binnen de Taskforce kwam Stichting Natuur & Milieu met het idee om naast werkgevers ook werknemers zichtbaar te mobiliseren onder de campagneparaplu: Het Nieuwe Werken doe je zelf. De Taskforce heeft het idee omarmd en in twee maanden tijd is in een goede samenwerking met hoofdpartners NS, Microsoft en Achmea en vele andere partners een prachtige campagne van de grond gekomen.
Van Biest vervolgt: “Het ‘Nieuwe Werken doe je zelf’ stelde een grootschalige introductie ten doel door het enthousiasmeren van werknemers en het bieden van handelingsperspectief aan werknemers en werkgevers. Er is ingezet op een cultuurverandering bij werknemers. Hiervoor voerden we een massamediale publiekscampagne uit in het najaar van 2010. Deze campagne mondde uit in de Week van Het Nieuwe Werken in november, waarin werknemers werden opgeroepen om hiermee op een laagdrempelige manier te experimenteren.”
De concrete doelen voor de campagne:
- 200.000 werknemers bereiken;
- minimaal 50.000 mensen die actief meedoen;
- 500 bedrijven die een extra stap zetten richting Het Nieuwe Werken.
Resultaat van campagneweek
“In de campagne zijn alle denkbare off- en online communicatiemiddelen ingezet en hebben we heel veel media-aandacht gekregen. Van elke doelstelling is het veelvoudige bereikt,” vertelt Maarten van Biezen trots. “Natuurlijk hebben we vooraf een nulmeting gedaan en na de actieweek bleek uit de 1-meting van Blauw Research dat de bekendheid van Het Nieuwe Werken is gestegen van 13% naar 33% van de beroepsbevolking. Dat wil zeggen naar 2,4 miljoen mensen.”
Enkele resultaten:
- circa 85% van de Nederlanders heeft kans gehad om een campagne-uiting te zien;
- ruim 150.000 unieke bezoekers op de site die gemiddeld 3 minuten op site bleven;
- bijna 90.000 bezoekers deden de test op de site of via MSN
- bijna 4.000 werknemers en 2.000 managers abonneerden zich op onze nieuwsbrieven;
- ruim 22.000 werknemers en 348 managers vulden de enquête over de campagne in.
Onderzoek door Blauw Research toonde aan dat:
- de bekendheid met HNW na afloop van de campagne was gestegen van 13% naar 33% van de beroepsbevolking;
- 390.000 werknemers tijdens de Week experimenteerden met HNW;
- 225.000 werknemers verwachten dat hun bedrijf door de campagne een extra stap in de richting van HNW gaat zetten in 2011;
- 360.000 mensen geven aan door de campagne positiever te zijn gaan denken over HNW.
Implementatie bij werkend Nederland?
“Het Nieuwe Werken vraagt een verandering van denken bij de bedrijven,” aldus van Biezen. “Neem bijvoorbeeld Microsoft. Dit bedrijf heeft inmiddels de hobbels omtrent het Nieuwe Werken genomen. Zo heeft hun middelmanagement een andere manier van managen geleerd: goede afspraken maken met medewerkers en resultaatsgebieden met ze afspreken. Dat is belangrijk maar daaraan voorafgaand moet je als bedrijf leren die resultaatsgebieden te benoemen en deze per week of per maand afspreken etc. Dit geeft een totaal andere werkcultuur. Bedrijven die het goed inzetten hebben hiermee een belangrijke arbeidsvoorwaarde gecreëerd en worden ervaren als een aantrekkelijke werkgever. Uit diverse onderzoeken blijkt dat mensen die volgens dit principe werken gelukkiger zijn. Ik roep iedereen op om ook mee te doen en ons dit te laten weten via de website ‘www.hetnieuwewerkendoejezelf.nl.”
Mooi resultaat. Wat is vervolg?
Maarten van Biezen vervolgt: “We zijn nu aan het nadenken hoe we dit positieve resultaat een vervolg kunnen geven in 2011.” In december jl. heeft Lodewijk de Waal voor de Taskforce Mobiliteitsmanagement ((TFMM) een nieuwe propositie aangeboden aan de Minister Schultz van Infrastructuur & Milieu. Hierin pleit hij om de bestaande Taskforce op te heffen en te laten opgaan in het Platform Slim Werken Slim Reizen* (SWSR). Eind februari komt de minister hierop terug. Maarten van Biezen: “Intussen zitten we niet stil en zijn alweer plannen aan maken. Ik kan er alleen nu nog niets over zeggen. Wordt vervolgd.”
*Doelstelling Platform. Het hoofddoel van het nieuw te vormen Platform Slim Werken Slim Reizen is het versnellen, opschalen en professionaliseren van het effect van initiatieven op het gebied van mobiliteitsmanagement en Het Nieuwe Werken, met als uiteindelijk resultaat dat slim werken en slim reizen business as usual is geworden. De kracht zit in samenwerking, samenhang en synergie. De betrokken partijen dragen daardoor actief bij aan de maatschappelijke doelstelling: Reductie van autokilometers in de spits met 5% en een overeenkomstige reductie van emissies.