Stichting Natuur en Milieu: bundelen van krachten

01/02/2011

De campagneweek in november onder het motto ‘Het nieuwe werken doe je zelf’ was een succes. Stichting Natuur & Milieu heeft hiertoe het initiatief genomen. We vragen Maarten van Biezen, teammanager mobiliteit en ruimte bij  Stichting Natuur en Milieu naar de resultaten van de campagne en hoe nu verder?

Maarten van Biezen werkt vanaf 2004 met veel plezier voor de Stichting Natuur en Milieu en is daar nu verantwoordelijk voor een team van 8 mensen, die op het gebied van mobiliteit ruimte projecten uitvoeren voor de politiek, overheid en bedrijven. De Stichting ontvangt geen structurele subsidie meer van de overheid en genereert haar inkomsten nu voor een derde deel van de Postcodeloterij, donaties (als enige stichting gegroeid in aantal donateurs in 2010) en met name uit betaalde projecten.

Innovatie en samenwerking

“Mede door het wegvallen van de structurele overheidssubsidies veranderen wij van een lobbyorganisatie naar een projectorganisatie: wat minder aan overlegtafels van overheden zitten en meer gericht zijn op creëren van draagvlak in de samenleving… en dat is misschien ook wel goed. We zoeken continu naar samenwerkingsverbanden voor gezamenlijke innovatieve projecten die het verschil kunnen maken. Dit is ook waar onze organisatie goed in is: het bundelen van krachten. Zo zit ik namens onze Stichting in de Taskforce Mobiliteitsmanagement (TFMM) van Lodewijk de Waal. In deze Taskforce kijken we onder andere naar oplossingen voor andere manieren van werken en reizen. Het Nieuwe Werken is een van onze vehikels en dat levert voor iedereen iets op: werkgevers, werknemers, milieu en bereikbaarheid.”

Doelstelling van campagne: Het Nieuwe Werken doe je zelf

Binnen de Taskforce kwam Stichting Natuur & Milieu met het idee om naast werkgevers ook werknemers zichtbaar te mobiliseren onder de campagneparaplu: Het Nieuwe Werken doe je zelf. De Taskforce heeft het idee omarmd en in twee maanden tijd is in een goede samenwerking met hoofdpartners NS, Microsoft en Achmea en vele andere partners een prachtige campagne van de grond gekomen.

Van Biest vervolgt: “Het ‘Nieuwe Werken doe je zelf’ stelde een grootschalige introductie ten doel door het enthousiasmeren van werknemers en het bieden van handelingsperspectief aan werknemers en werkgevers. Er is ingezet op een cultuurverandering bij werknemers. Hiervoor voerden we een massamediale publiekscampagne uit in het najaar van 2010. Deze campagne mondde uit in de Week van Het Nieuwe Werken in november, waarin werknemers werden opgeroepen om hiermee op een laagdrempelige manier te experimenteren.”

De concrete doelen voor de campagne: 

  • 200.000 werknemers bereiken;
  • minimaal 50.000 mensen die actief meedoen;
  • 500 bedrijven die een extra stap zetten richting Het Nieuwe Werken.

 Resultaat van campagneweek

“In de campagne zijn alle denkbare off- en online communicatiemiddelen ingezet en hebben we heel veel media-aandacht gekregen. Van elke doelstelling is het veelvoudige bereikt,” vertelt Maarten van Biezen trots. “Natuurlijk hebben we vooraf een nulmeting gedaan en na de actieweek bleek uit de 1-meting van Blauw Research dat de bekendheid van Het Nieuwe Werken is gestegen van 13% naar 33% van de beroepsbevolking. Dat wil zeggen naar 2,4 miljoen mensen.”

Enkele resultaten:

  • circa 85% van de Nederlanders heeft kans gehad om een campagne-uiting te zien;
  • ruim 150.000 unieke bezoekers op de site die gemiddeld 3 minuten op site bleven;
  • bijna 90.000 bezoekers deden de test op de site of via MSN
  • bijna 4.000 werknemers en 2.000 managers abonneerden zich op onze nieuwsbrieven;
  • ruim 22.000 werknemers en 348 managers vulden de enquête over de campagne in.

 Onderzoek door Blauw Research toonde aan dat:

  • de bekendheid met HNW na afloop van de campagne was gestegen van 13% naar 33% van de    beroepsbevolking;
  • 390.000 werknemers tijdens de Week experimenteerden met HNW;
  • 225.000 werknemers verwachten dat hun bedrijf door de campagne een extra stap in de richting van HNW gaat zetten in 2011;
  • 360.000 mensen geven aan door de campagne positiever te zijn gaan denken over HNW.

 Implementatie bij werkend Nederland?

“Het Nieuwe Werken vraagt een verandering van denken bij de bedrijven,” aldus van Biezen. “Neem bijvoorbeeld Microsoft. Dit bedrijf heeft inmiddels de hobbels omtrent het Nieuwe Werken genomen. Zo heeft hun middelmanagement een andere manier van managen geleerd: goede afspraken maken met medewerkers en resultaatsgebieden met ze afspreken. Dat is belangrijk maar daaraan voorafgaand moet je als bedrijf leren die resultaatsgebieden te benoemen en deze per week of per maand afspreken etc. Dit geeft een totaal andere werkcultuur. Bedrijven die het goed inzetten hebben hiermee een belangrijke arbeidsvoorwaarde gecreëerd en worden ervaren als een aantrekkelijke werkgever. Uit diverse onderzoeken blijkt dat mensen die volgens dit principe werken gelukkiger zijn. Ik roep iedereen op om ook mee te doen en ons dit te laten weten via de website ‘www.hetnieuwewerkendoejezelf.nl.”

Mooi resultaat. Wat is vervolg?

Maarten van Biezen vervolgt: “We zijn nu aan het nadenken hoe we dit positieve resultaat een vervolg kunnen geven in 2011.” In december jl. heeft Lodewijk de Waal voor de Taskforce Mobiliteitsmanagement ((TFMM) een nieuwe propositie aangeboden aan de Minister Schultz van Infrastructuur & Milieu. Hierin pleit hij om de bestaande Taskforce op te heffen en te laten opgaan in het Platform Slim Werken Slim Reizen* (SWSR). Eind februari komt de minister hierop terug. Maarten van Biezen: “Intussen zitten we niet stil en zijn alweer plannen aan maken. Ik kan er alleen nu nog niets over zeggen. Wordt vervolgd.”

 *Doelstelling Platform. Het hoofddoel van het nieuw te vormen Platform Slim Werken Slim Reizen is het versnellen, opschalen en professionaliseren van het effect van initiatieven op het gebied van mobiliteitsmanagement en Het Nieuwe Werken, met als uiteindelijk resultaat dat slim werken en slim reizen business as usual is geworden. De kracht zit in samenwerking, samenhang en synergie. De betrokken partijen dragen daardoor actief bij aan de maatschappelijke doelstelling: Reductie van autokilometers in de spits met 5% en een overeenkomstige reductie van emissies.


Nieuw havenvoordeel emissiebeperking

07/11/2010

De havens van Amsterdam, Rotterdam, Moerdijk en Dordrecht gaan per 1 januari schone zeeschepen extra korting geven op het havengeld, als zij zijn aangesloten bij de Environmental Ship Index (ESI). De ESI is een nieuwe internationale index die de uitstoot van stikstof (NOx) en zwaveloxides (SO²) registreert. ESI wordt gezien als toevoeging aan het Green Award-systeem.

Het nieuwe keurmerk is ontwikkeld door het World Ports Climate Initiative (WPCI) in samenwerking met de havens van Bremen, Le Havre, Hamburg, Antwerpen, Amsterdam en Rotterdam. Volgens woordvoerder Henny Corsten van Havenbedrijf Amsterdam is het de bedoeling ESI in te voeren in alle Europese havens. ‘De WPCI is een wereldwijd initiatief. De hoop is dat uiteindelijk alle havens gaan meedoen.’

 Er komt een internetdatabase, waarin de reders zelf, met bewijsvoering, de gegevens van hun schepen invullen. Daarbij geldt de gemiddelde NOx-emissie van een gecertificeerde motor. De zwaveluitstoot wordt aangetoond met behulp van de bunker delivery note, waarop het percentage uitstoot van de brandstof staat. Uit deze gegevens, berekent de index een score. De score ligt op 0 als het schip aan de huidige milieunormen voldoet. Presteert een schip beter, dan krijgt het meer punten. Hoe meer punten, des te schoner het schip. Of de korting gaat afhangen van het aantal punten, is nog niet bekend.

De havens verwachten dat de scheepvaart met zo’n systeem beter op de luchtkwaliteit gaat letten. Dat is nodig, omdat de Europese zeehavens steeds grotere moeite hebben om aan de normen te voldoen. Wellicht is ESI voor vervuilende schepen een zetje in de rug om over te stappen op schone motoren.

 Green Award

Green Award is de Nederlandse organisatie die in beeld brengt hoe ‘groen’ een zeeschip is. Schepen met een Green Award-certificaat krijgen al korting op het havengeld.  Directeur Jan Fransen van Green Award: ‘We gaan de ESI opnemen in het programma van eisen en het promoten onder rederijen.’ Volgens Fransen gaat Green Award veel verder dan ESI. Waar Green Award kijkt naar het hele schip, dus ook het onderhoud, de uitrusting, opleiding van bemanning, veiligheid en kwaliteit, breng ESI namelijk alleen de cijfers van de uitstoot in beeld. ‘ESI wordt dus een extra meetinstrument op weg naar duurzaamheid.’  Om in aanmerking te komen voor de korting op de havenkosten, die volgens de plannen kan oplopen tot 5%, moeten de rederijen dus zelf in kaart brengen hoeveel uitlaatgassen een schip produceert. Hoe minder gassen, des te meer korting, is het idee. Aanmelding bij ESI kost 400 euro per schip voor een periode van vijf jaar. Reders die meer schepen gelijktijdig aanmelden, betalen minder.


Wantogo: Slim reizen en CO2-neutraal

21/10/2010

Het houdt Nederland bereikbaar en groen en creëert werkgevers- en medewerkertevredenheid… Wantogo! Een zeer breed in te zetten  mobiliteitskaart die per 1 januari 2011 een feit is. We spreken met initiatiefnemer Ralph Hooglandt en mede-eigenaar Robert Boekestijn. 

 “Ik houd van concepten die gedragsverandering tot stand kunnen brengen. Ik weet niet wat het is maar ik voel een soort ‘noodzaak’ om dergelijke dingen beet te pakken,” aldus Ralph Hooglandt die tot 2009 onder andere bij de NS werkte en daar verantwoordelijkheid was voor sales en distributie.

 In 2009 is Ralph als zelfstandig ondernemer, tezamen met drie anderen, aan de slag gegaan om het open source platform Wantogo op te zetten. Robert Boekestijn is een van die drie en komt uit de wereld van de kaarttechnologie: “Ik houd van ingewikkelde vraagstukken, zoals bij Wantogo waar het draait om werkgevers, werknemers, reismodaliteitenleveranciers en overheid en allemaal hebben ze hun eigen wensen. Lekker complex, zou ik zeggen.”

Onafhankelijk…!

Ralph: “Toen ik bij de NS bezig was met de Businesscard zag ik het groeipotentieel maar ook de mogelijkheden tot verbetering: in de zin van het ontwikkelen van een brede mobiliteitskaart die meer flexibiliteit biedt aan de zakelijke reiziger. Toen heb ik aangeboden om in een eigen onderneming een onafhankelijke mobiliteitsconcept te ontwikkelen waaraan NS deelneemt als een van de contractpartners: de leverancier van  treinkilometers. Aldus geschiedde en Wantogo is geboren.”

 Wantogo is een onafhankelijk platform waarbij iedereen met een dienst voor de zakelijke reiziger zich kan aansluiten. “Die onafhankelijkheid is heel belangrijk,”vertelt Robert verder. “Want alle partijen in de mobiliteitsketen hebben het voor zichzelf goed voor elkaar maar ze willen hun kennis en systemen niet delen. Wij hebben ons verbaasd over de verzuiling in de vervoerswereld. Voor ons geldt: des te meer aanbieders des te betere service we kunnen bieden aan de klanten, daarom maken we het voor de leveranciers en daardoor voor de reiziger zo aantrekkelijk mogelijk.”

 Full range of services

In Wantogo zit onder andere een NS-businesscard met 20% korting, OV-chipkaart,  dynamische reisinformatie, landelijke taxidiensten, auto-, scooter- en fietsverhuur, parkeren (Q-Park en Parkline), CO2-rapportage en -compensatie en dan kunnen er nog opties bijgenomen worden. Zoals persoonlijke reisassistent via de mobiel (hulp verlenen om iets te regelen, of informatie), tankpas, poolauto’s, Visa-Greencard. Na de introductie wordt er doorgegaan met aanvullen van diensten als teleconferencing, etcetera.

Wil ik snel, groen of goedkoop …

“Onze klant wil de reis, vanaf zijn voordeur tot aan de deur van de bestemming, met één kaart en één afrekeningsysteem afwikkelen. Niet met een strippenkaart, kortingskaart, parkeerkaart, taxibon, etc. Dan kies je toch liever voor de auto?,” aldus Ralph. “Trouwens wij zijn niet tegen de auto hoor maar we willen gewoon een goed alternatief bieden. Een alternatief waarmee de reiziger gemak en keuzevrijheid ervaart zodat hij per keer kan bedenken hoe hij het best op de plaats van bestemming kan komen. Via realtime en dynamische reisinformatie, benaderbaar via web en smartphones, kan de reiziger informatie krijgen over hoe hij het beste kan reizen met een keuze tussen snel, groen of goedkoop reizen.”

Dubbele kosten met een lease-auto?

“Nee, om twee redenen niet,” legt Robert uit. “Als iemand de auto laat staan dan bespaart hij gemiddeld op elke kilometer binnen het leasecontract zo’n € 0,15 per kilometer doordat er bijvoorbeeld geen onderhoud, slijtage en brandstofgebruik aan de orde is. De kosten voor een NS-kaartje 2e klas is ook zo’n € 0,15 per kilometer. Als men er netjes mee omgaat, kan het in bepaalde mate voor de werkgever kostenneutraal zijn. Bovendien kunnen medewerkers extra declarabele uren maken omdat ze werken terwijl ze reizen.”

Weg met al die bonnetjes

Voor de werkgever verdwijnt er met Wantogo veel administratieve rompslomp. Ralph: “Hij krijgt van ons maandelijks een verzamelfactuur waardoor hij niet meer al die losse kaartjes en bonnetjes hoeft te verwerken. De BTW van de verzamelfactuur is bovendien aftrekbaar terwijl losse bonnetjes die niet op naam staan officieel niet gedeclareerd mogen worden.

Daarnaast krijgt hij managementinformatie over de gemaakte reizen (per werknemer, per afdeling, per bedrijf), de CO2-berekening van het verbruik en de CO2-compensatie. Dus al het verbruik van de  medewerkers wordt in één klap gecompenseerd. Daarin heeft de werkgever (onze klant) keuze tussen de instapversie waarbij CO2-rechten worden gekocht of, als het bedrijf een actievere bemoeienis wil, sturen op gedragsverandering met als gevolg minder CO2 uitstoot. Met Wantogo kunnen we de werkgever tevreden medewerkers, verlichting van de administratieve processen en duurzaam mobiliteitsbeleid beloven.”


‘Het draait om de feiten’

06/09/2010

Vereniging Nederlandse Autoleasemaatschappijen (VNA) speelt steeds meer een rol van betekenis in de Nederlandse mobiliteitswereld. Renate Hemerik, directeur: “Dat doet ook recht aan de branche als je ziet hoeveel geld en auto’s erin omgaat. We krijgen steeds meer een eigen plek op podia waar belangenbehartiging en duurzame mobiliteit een rol speelt. Of dat nu richting politiek, overheid of andere relevante organisaties is.”

De afgelopen 19 jaar bekleedde Renate diverse functies in de leasebranche. Sinds 2004 is zij directeur van de VNA en een kundige gesprekspartner: “Ik kan wel zeggen dat ik behept ben met een leasegen. In dit vakgebied ligt niet alleen mijn kennis maar zeker ook mijn passie. Ik vind dat als je als autoleasebranche een professionele rol wil spelen dan is verduurzamen een onderwerp dat niet meer is weg te denken. Als branchevereniging willen we in de discussie vooral realisme inbrengen en de feiten laten spreken en niet de emotie. Of dat nu te maken heeft met de introductie van elektrisch rijden, de knelpunten hierbinnen of het combineren van vervoer.”

 Duurzaamheid niet weg te denken

De cijfers van 2009 laten zien dat er een kleine krimp in de leasebranche is maar ook dat de leasevloot verder vergroent. Er is een downsizing naar kleinere en zuinigere auto’s mede ingegeven door de fiscale maatregelen en de MVO-cultuur van werkgevers. “In dit geval helpt de neergaande economie in positieve zin: de trend is goedkoper maar ook zuiniger en schoner. Als verduurzaming daadwerkelijk samengaat met kostenbesparing dan is er sprake van een win-win situatie en heeft het kans van slagen. Hoe zich dit ontwikkelt als de vraag in de markt weer aantrekt? Dan zal de auto weer een factor van betekenis worden maar verduurzaming valt niet meer weg te denken,” aldus Renate Hemerik.

Fiscale maatregelen over levensduur 

De verduurzaming op de zakelijke markt is mede op gang gekomen door de gunstige fiscale maatregelen voor kleine, hybride auto’s en elektrische auto’s evenals door de differentiatie van de bijtelling. “Als VNA spreken we de overheid wel aan om voor een consistent, lange termijn fiscaal beleid te zorgen gedurende de hele levensduur van auto’s. Er is een bruggetje nodig om de ‘duurzame ’ auto’s van eerstehands naar de tweedehands markt te krijgen. Dit kan door ervoor te zorgen dat ook de koper van een tweedehands auto kan profiteren van fiscale maatregelen.” 

Vergeten gebied

Naast lease-auto’s rijden medewerkers in de zakelijke markt ook met privé-auto’s waarvoor ze dan een kilometervergoeding krijgen. Hemerik: “Wij vinden het op zijn zachtst gezegd vreemd dat er voor de (lease)auto van de zaak veel verplichtingen gelden in de zin van schoon, veilig en zuinig terwijl er voor de zakelijke rijdende privé-auto geen enkele regels zijn en waarvoor de werkgever iedereen dezelfde belastingvrije kilometervergoeding mag geven. Hier ligt een braak terrein waarop de overheid veel kan winnen door bijvoorbeeld een gedifferentieerde belastingvrije kilometervergoeding te maken die mensen met een schone, veilige en zuinige privé-auto zakelijk rijden meer beloont dan degene waarbij de rookpluimen uit de auto komen.”

Vinger aan de pols met Formule E-team

VNA participeert  ook in het formule E-team dat door de Ministeries van EZ en VenW is ingesteld om de elektrische auto versneld te introduceren. “Voor de introductie zou men graag de zakelijk markt als hefboom inzetten. Door participatie in het Formule E-Team hopen we realisme in te brengen ten aanzien van de mogelijkheden  van deze propositie  voor de zakelijke markt op korte termijn. Wij brengen vooral onze kennis vanuit de leasepraktijk in en adresseren hindernissen en onzekerheden. Daarbij komen vele aspecten aan de orde: laden, betalen van laden, de accu, restwaarden en dan heb ik het nog niet over de beschikbaarheid van de auto’s gehad,” vertelt Renate Hemerik. 

 “Ik heb er wel wat moeite mee dat elektrische auto’s  een 0% bijtelling krijgen terwijl er nog zoveel andere mogelijkheden zijn of komen die niet of slechts weinig stimulans ondervinden, zoals aardgas, biobrandstoffen, maar ook de auto’s met een range extender of plug-in hybrides. Natuurlijk is een proeftuin goed maar we moeten wel reëel zijn en niet het oog voor andere proposities verliezen want  die kunnen  op korte termijn een prima alternatief zijn.”

 Wat moet de nieuwe regering als eerste oppakken?

“Ik hoop dat de nieuwe regering het bereikbaarheidsprobleem als eerste oppakt want wij vinden het belangrijk dat de zakelijke automobilist een voorspelbare bereikbaarheid heeft. Nu staat het voorstel voor de kilometerbeprijzing in ijskast, daarmee zeg ik niet dat het perse de kilometerbeprijzing moet zijn. Maar als dit het niet wordt, wat dan wel? Er moet wat gebeuren. Voor de rest hoop ik dat de nieuwe regering met een consistent, goed doordacht lange termijn (fiscaal) beleid komt inzake mobiliteit waarbij alles in elkaar haakt.”

 Op de website staan allerlei initiatieven onder het kopje duurzaamheid, zie http://www.vna-lease.nl.


Het duurzaamheidsvirus bij de Van Roosmalen Groep

26/04/2010

“Veiligheid en milieu zijn onze merkwaarden,” aldus Nannie van Rooij, verantwoordelijk voor de marketing van de Van Roosmalen Groep. “Voor duurzaam autorijden hebben we een duurzaamheidsprogramma voor de Volvo-rijder ontwikkeld.”   

De Van Roosmalen Groep bestaat uit negen Volvo dealerbedrijven en drie schadebedrijven in de Regio Oost-midden Brabant. Met elkaar is de Van Roosmalen Groep de grootste Volvodealer van Nederland. Het merk Volvo kent loyale stabiele klanten. “Het zijn geen impulskopers en daar zijn we in deze tijd natuurlijk erg blij mee. Bovendien voeren we een vooruitstrevend marketingbeleid waarin het ECO Programma een belangrijke rol speelt,” vertelt Nannie.

Onbekend met fenomeen

“Wij als autodealers hebben geen invloed op de productie van modellen; we krijgen ze via de importeur en moeten ze verkopen. Dat gold ook toen de ecologische auto’s kwamen, dus bijvoorbeeld auto’s die op een mengsel van bio-ethanol en benzine rijden. Niemand wist wat het inhield en de consument kende het niet. Wij wilden dit anders gaan aanpakken en hebben het ECO Programma opgezet, waarin we overigens optrekken met de Provincie Noord Brabant.”

Een groeiend ECO Programma

Dit ECO Programma (http://www.ecoprogram.nl) bestaat uit zeven onderdelen. Zo krijgen Volvo-modellen, die zijn uitgerust met een flexifuelmotor, de extra prijs van € 700 gecompenseerd door de Van Roosmalen Groep. Door de samenwerking met Tamoil betalen deelnemers aan het ECO programma niet méér voor de bio-ethanol dan ze zouden doen voor Euro-loodvrij. Nannie vervolgt: “Daarnaast kent het Programma energiezuinige banden, een korting op de autoverzekeringspremie, een vouwfiets cadeau en last but not least: de Eco Drive Academy.

Binnen de Academy hebben we een praktische cursus ontwikkeld waarin mensen een  moderne rijstijl aanleren die past bij de huidige techniek. Hierdoor besparen ze op brandstof en dus op het milieu. Dat is ook de basis voor dit programma: combinatie van ecologisch en economisch autorijden. Inmiddels heeft het programma al de nodige bekendheid gekregen en zijn er verschillende bedrijven aan wie we de rijstijltraining geven, zoals bijvoorbeeld ‘Jong Rabo’.”

Medewerkerstraining

“En onze medewerkers? Natuurlijk moesten we als medewerkers van de Van Roosmalen Groep als eersten worden ‘opgevoed’. Zowel de medewerkers in de werkplaats als de mensen van verkoop. Zo hebben alle verkopers een tweedaagse cursus gekregen bij erkend opleidingsinstituut IBKI waar ze een officieel certificaat hebben gekregen als specialist in duurzame mobiliteit. Wij vinden het belangrijk dat de medewerkers zich kunnen vinden in onze kernwaarden en in die van Volvo. Maar ik kan je zeggen: ook bij ons is het duurzaamheidsvirus aangeslagen en zijn we trots op ons ECO Programma dat overigens voor alle klanten duidelijk zichtbaar wordt gepresenteerd in de speciale ECO corner in de showroom. Hier kunnen de speciaal opgeleide ECO specialisten de klant alles vertellen over duurzaamheid en Volvo. Deze corner werkt drempelverlagend en dat is belangrijk. Het werkt echt!”

Erkend Duurzaam Certificaat

Het ‘Erkend Duurzaam Certificaat’, een BOVAG- product richt zich specifiek op maatschappelijk verantwoord ondernemen van autodealers. De Van Roosmalen Groep was als een van de eerste gecertificeerd. Nannie: “We kregen dit certificaat voor onze duurzame bedrijfsvoering en omdat de BOVAG erg enthousiast was over onze vooruitstrevend duurzaamheidsideeën. Wij zijn blij met het certificaat. Het onderstreept het oprechte van onze betrokkenheid bij het milieu.”


Platform Duurzaam Rijnmond van start

16/03/2010

Platform Duurzaam Rijnmond’ is het nieuwe informatie- en netwerkplatform voor maatschappelijk betrokken en duurzame ondernemers, organisaties en instanties die een relatie hebben met de regio Rijnmond. Door samenwerking op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) en duurzaamheid tussen PS&O, bedrijfsleven, organisaties, onderwijs en overheid is de stichting ‘Platform Duurzaam Rijnmond’ ontstaan.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Waarom dit Platform? 

De stichting heeft als doel het organiseren van op MVO en duurzaamheid gerichte netwerk en informatiebijeenkomsten, seminars, presentaties en bedrijfsbezoeken voor in het Rijnmondgebied gevestigde en/of werkzaam zijnde bedrijven en organisaties. Het ‘Platform Duurzaam Rijnmond’ wil hiermee een bijdrage leveren aan het maatschappelijk verantwoord en betrokken ondernemen en aan het tegengaan van de klimaatverandering door belanghebbenden te informeren en door partijen die zich met MVO en duurzaamheid bezig houden bij elkaar te brengen.

Raad van Advies en Jongeren Adviesraad

Het Platform zal bestaan uit een Raad van Advies bestaande uit leden Directie/ Raad van Bestuur van vooraanstaande bedrijven en organisaties die zaken doen in of met het Rijnmondgebied en die duurzaamheid of MVO hoog in het vaandel hebben staan (zoals duurzame technologie, klimaat neutraal ondernemen, duurzame gemeenten, duurzaam inkopen, duurzaam bouwen, duurzaam vervoer, jong ondernemen, onderwijs en ontwikkeling).

Daarnaast zal een Jongeren Adviesraad bestaande uit talentvolle/ ambitieuze jongeren (studenten en jonge ondernemers) op HBO/Universitair niveau die de manager van de toekomst willen worden, deelnemen aan het Platform. De leden van de Raad van Advies  en de Jongeren Adviesraad hebben hierdoor een gevarieerd platform om op hoog niveau te netwerken op het gebied van duurzaamheid. Momenteel wordt er gewerkt aan de samenstelling van een Raad van Advies, Jongeren Adviesraad en de invulling van de nieuwe website van het ‘Platform Duurzaam Rijnmond’.

Deelname

Er zijn diverse mogelijkheden om aan het ‘Platform Duurzaam Rijnmond’ deel te nemen. U kunt bijvoorbeeld een persoonsgebonden lidmaatschap aangaan en deelnemen aan diverse netwerk- en informatiebijeenkomsten en het jaarlijkse congres die georganiseerd worden vanuit het Platform. Daarnaast bestaat er de mogelijkheid als bedrijf/organisatie om bijvoorbeeld donateur of partner van het ‘Platform Duurzaam Rijnmond’ te worden.

Meer informatie?

Het secretariaat kunt u bereiken via secretariaat@platformduurzaamrijnmond.nl


‘Rijdende laptops’

18/02/2010

Ferry van Haastert is directeur van Elipo, een ‘winkel’ die een breed spectrum biedt aan 100% elektrische voertuigen. Van sportauto tot stationwagon, van motorscooter tot crossmotor en van een boot tot aan een luxe jacht. “Wij zoeken over de hele wereld naar de beste en meest aansprekende elektrische mobiliteitsproducten en verzamelen die onder één dak in Zeist.”

Tezamen met nog een aantal investeerders heeft Floris de Raadt eind 2008 Elipo opgericht. Hoe hij hiertoe kwam? De Raadt had al op jonge leeftijd een fascinatie voor elektrotechniek. Hij was van mening dat een verbrandingsmotor inefficiënt was in vergelijking met de elektromotor. Nu de elektromotor in opmars is, wil De Raadt zijn steentje bijdragen door alleen 100% elektrische voertuigen te verkopen en mensen te laten zien dat er op dit gebied al heel veel mogelijk is.

Ondernemen is risico nemen
Ferry van Haastert (25) voert de directie van de ‘winkel’ in Zeist. “Dit is een ontzettend leuke baan door de diversiteit aan werkzaamheden en de MVO-gedachte. We draaien nu ruim een jaar en er is veel belangstelling van zakelijke partijen en de media. Dat laatste is belangrijk voor de nodige bekendheid. Natuurlijk is een dergelijke onderneming als Elipo gewaagd maar ondernemen is nu eenmaal risico nemen. Als je blijft wachten tot anderen wat doen dan gebeurt er niets.”

Blijvend genieten van mobiliteit?
“Wat mijn drijfveren zijn om in deze duurzame wereld van mobiliteit te werken? Allereerst ben ik een groot liefhebber van alles wat wielen heeft. Bovendien wil ik over tien jaar nog steeds de mogelijkheid hebben om te kunnen genieten van autorijden. Maar dat kan alleen als we beter met het milieu en onze grondstoffen omgaan. Dat is ook het mooie van elektrisch rijden. Het rijden is heerlijk omdat het zo stil is en je spaart op grondstoffen en milieu. Een makkelijke rekensom voor mij,” aldus Van Haastert.

“Er zitten nog meer voordelen aan elektrische vervoersmiddelen. Ze hebben bijvoorbeeld weinig onderhoud nodig, behalve vervanging van de banden en remmen. Het zijn eigenlijk een soort rijdende laptops die ook alleen een storing in de besturing kunnen hebben. En mocht zich dit voordoen dan hebben we een netwerk van servicepartners die het euvel verhelpen en de periodieke ‘check-ups’ kunnen doen.”

De kopers van elektrisch vervoer
“De werkelijke kopers zijn bedrijven en de overheid. Zo zien we bijvoorbeeld de vraag naar elektrische bestelwagens stijgen. De meeste consumenten hebben echter nog geen realistische wensen Lees de rest van dit artikel »


Beleef het elektrisch vervoersmiddel!

13/12/2009

Je komt terug uit China met een idee voor elektrische scooters, je trommelt je vrienden op en Eco-movement is een feit. Zo startten Roderick van den Berg, Steven Blom en Falco van Vloten in 2005 hun bedrijf.

De drie initiatiefnemers kennen elkaar van de TU Delft. Twee ervan zijn na hun studie bij een grote onderneming gaan werken en Steven Blom ging op reis naar onder andere China. Bij terugkomst was hij zo enthousiast geworden over de productie en inzet van de elektrische scooter aldaar. “We hebben elkaar als het ware ‘gek’ gemaakt en zijn vier jaar geleden een projectadviesbureau begonnen dat elektrisch vervoer realiseert,” vertelt Roderick van den Berg.

Digitale scooterwinkel

“Het zal u niet verbazen dat het eerste product een ‘winkel’ werd met elektrische scooters. Natuurlijk omdat we voor dit product een markt zagen maar ook omdat we begaan zijn met de huidige milieuproblematiek. Net als vele anderen zien wij de eindigheid van de fossiele brandstoffen, de afhankelijkheid van olielanden en de alsmaar groter wordende CO2-uitstoot met mogelijk opwarming als gevolg. Redenen te over om met het thema duurzame mobiliteit bezig te zijn.”

Onafhankelijk advies

Binnen http://www.elektrischescooterwinkel.nl/bevindt zich veel innovatieve en technische kennis. “Bovendien ziet de potentiële koper door het grote aanbod van veelal onbekende merken en de diversiteit in prijs-kwaliteitverhouding door de bomen het bos niet meer. Bij ons kan hij/zij dan terecht voor een betrouwbaar en onafhankelijk advies. Zowel de consument als grote bedrijven weten ons hiervoor te vinden.” 

Beleef ‘m

Op een goede manier bezig zijn met het milieu betekent bezig zijn met gedragsverandering.  Dat geldt ook voor de elektrische scooter. “Men moet ‘m als het ware beleven. Daarom organiseert Eco-movement veel demodagen, zoals onlangs de ‘Electric Avenue’ in Amsterdam. Op deze manier kunnen mensen een elektrische scooter ervaren en zelf ondervinden dat het een veel plezieriger voertuig is dan de benzinescooter. Het ruikt niet en is gewoon echt stil. Of het opladen een probleem is? Nee hoor, veel mensen laden nu op via werk, hebben een stekkerdoos aan het huis vastgemaakt of halen de elektriciteit met een lang verlengsnoer van driehoog. Zoals ik en dat gaat prima,” aldus Roderick van den Berg. 

 Groen, stil en minder kosten

Qua mobiliteit gaat het er uiteindelijk om dat mensen gewoon van A naar B komen. Voor veel bedrijven zijn elektrische scooters interessant gezien de combinatie van maatschappelijke verantwoordelijkheid en de lage kosten voor ritjes van 10-20 kilometer. Bovendien heeft een scooter geen parkeerplaats nodig. Roderick van den Berg: “Op hoog niveau worden tegenwoordig beslissingen genomen om over te schakelen naar elektrisch vervoer. Daarom worden we vaak door lokale overheden en bedrijven ingeschakeld om ze van een onafhankelijk advies te voorzien.

Zo hebben we voor de gemeente Rotterdam een adviestraject gedaan over hoe ze de gewenste CO2-reductie konden behalen met onder andere als element elektrisch vervoer. We hebben ons niet beperkt tot scooters en auto’s maar hebben ook naar de scheepvaart en groot transport gekeken. Het kan allemaal, technische innovaties volgen elkaar momenteel zo snel op…”


GO-greener: innovatie door combinatie

24/09/2009
Ton van Rooijen

Ton van Rooijen

“Hoe kan het toch dat autofabrikanten bijna van de een op de andere dag A- en B-label auto’s kunnen aanbieden, terwijl deze auto’s zijn uitgerust met dezelfde verbrandingsmotoren als hun voorgangers?” Met deze vraag in zijn achterhoofd ging Ton van Rooijen aan de slag en hij ontdekte dat je met een serie relatief simpele ingrepen een auto maarzo vijftien procent zuiniger kunt maken. Hieruit werd GO-Greener geboren, een bedrijf – inmiddels acht mensen sterk – dat met een combinatie van kleine ingrepen auto’s een stuk zuiniger maakt. Onderdelen komen uit alle hoeken van de wereld en ook het klantenbestand beperkt zich niet tot Nederland: ook Düsseldorf Airport maakt gebruik van de diensten van Van Rooijen en consorten.

“Bedrijven verwachten direct toepasbare oplossingen waarmee direct geld kan worden bespaard, waarmee auto’s weer groener kunnen worden gemaakt, enzovoort. Zo wordt je heilige koe een spaarvarkentje en dat spreekt de Nederlander wel aan,” aldus Ton.

Lees meer over het initiatief in dit artikel en klik hier voor de GO-Greener homepage.


D-INCERT: op weg naar een electrische toekomst

26/06/2009

Electrisch vervoer is hot. Soms lijkt het alsof er geen twijfel meer over is dat we op zeer korte termijn al massaal in electrische voertuigen rondrijden. Er zitten nogal wat haken en ogen aan een grootschalige inzet van electrische voertuigen. Er moet nog veel worden uitgezocht, zowel in technisch (infrastructuur, laadtijd, …) alsook maatschappelijk (acceptatie) opzicht.

De vorig jaar opgezette organisatie D-INCERT (Dutch Innovation Centre for the Electrification of Road Transport, een initiatief van de drie technische universiteiten (Delft, Eindhoven en Enschede) in samenwerking met de hogescholen van Arnhem/Nijmegen en Rotterdam, wil hier een rol in spelen. D-INCERT brengt vertegenwoordigers uit wetenschap, de commerciële sector, milieuorganisaties en andere organisaties samen. Samen identificeren de deelnemers aan D-INCERT welke barrieres nog moeten worden geslecht en vervolgens worden er projecten gestart om dit daadwerkelijk te doen.

Chris Hellinga

Chris Hellinga

Volgens Chris Hellinga, een van de initiators, is acceptatie door de consument de meest cruciale factor is voor een brede introductie van electrische voertuigen: “met name het gemak om de auto thuis, in de publieke ruimte en op het werk te kunnen opladen zal doorslaggevend zijn.”

Uiteraard is ook voor de overheid een belangrijke rol weggelegd. “Een sterk beleidskader zal, natuurlijk, de ontwikkeling van EV-technologieën stimuleren,” aldus Chris.

En dat staat te gebeuren, volgens Arie Brouwer, adviseur mobiliteit bij SenterNovem. Op de website van Energietransitie Duurzame Mobiliteit vertelt hij dat naast de initiatieven op het gebied van onderzoek er “ook vanuit de rijksoverheid ondersteuning is voor elektrisch vervoer. Zo is het ministerie Verkeer & Waterstaat bezig met de Proeftuin elektrisch en hybride voertuigen, om het toepassen van de innovaties te stimuleren. Ook het Platform Duurzame Mobiliteit van EnergieTransitie ondersteunt ontwikkelingen op het gebied van elektrisch vervoer. Hybride en elektrisch rijden is een van de transitiepaden.”